Gunsi

30 mei 2016

Vorige week hebben wij een korte, maar bijzondere stageweek gehad. Dinsdag hebben Lot en ik gezwommen met onze kindjes, om te kijken of de ontspanning van het water hun spraak ten goede zou komen. Dit was een erg mooie ervaring.

Op donderdag was het al onze laatste stagedag van die week. Vrijdagochtend vertrokken we namelijk naar Gunsi, een klein dorpje in het binnenland van Suriname.

Hoe we hier terecht zijn gekomen is een lang, maar mooi verhaal:

Een aantal weken geleden was de moeder van Lot, samen met haar vriend, op bezoek in Su. Tijdens hun verblijf hier, hebben zij Gunsi bezocht. Hier kwamen zij Alici tegen, een vrouw van 96 jaar die zelfstandig in haar eigengemaakte huisje woont. De voeten van Alici waren erg kappot. Ze zaten onder de wondjes en waren gezwollen. Toevallig had lot haar moeder een voetenzalfje bij zich van Texelse schapenwol. Dit heeft zij op de voeten van Alici gesmeerd. Wonder boven wonder begonnen de voeten van Alici langzamerhand te genezen. Toen Karen (Lot haar moeder), weer in Paramaribo was belde Wally, de zoon van Alici haar op dat de zalf echt wonderen voor haar doet. Alici kon sinds 5 jaar weer op slippers lopen!

Inmiddels is Karen alweer een aantal weken in Nederland en heeft zij ervoor gezorgd dat er meer potjes zalf naar Su gebracht zouden worden. Deze potjes zijn wij afgelopen weekend bij Alici gaan brengen. 

Onze reis naar Gunsi was al bijna net zo bijzonder als de aanleiding van ons bezoek. We werden met een busje opgehaald door Bigs, de neef van Wally. Samen met nog een Surinaams stel bracht hij ons van Paramaribo naar Atjoni, het uiterste dorp dat per auto te bereiken is. In Su schijnt het vrij normaal te zijn om niet alleen personen, maar ook de gekste dingen te vervoeren. Zo nam Bigs een lading golfplaten en houten latten mee op het autodak. Lot en ik zagen letterlijk het plafond indeuken, maar Bigs bleef overal Surinaams kalm onder. Na een (in mijn ogen kamikaze-) rit van 4 uur, kwamen we aan in Atjoni. Vanaf hier zouden we verder reizen per boot. Natuurlijk gingen op onze boot ook de bizarste spullen mee. Een heuse kast werd op het smalle bootje gelegd en de boot naast ons nam een brommer mee. Daar voeren we dan, met kast en al over de Surinamerivier, door de mooiste natuur die ik ooit heb gezien. 

Op Tei Wei, het gastenverblijf/resort van Gunsi, werden we met open armen ontvangen. Kucksi, onze gastheer, liet ons het huisje zien waarin we zouden verblijven. Tot dan waren we in de veronderstelling dat we in onze hangmatten zouden slapen, maar Kucksi leidde ons naar het mooiste huisje op heel Tei Wei, Honneymoon genaamd. Met open mond keken we naar het adembenemende uitzicht vanaf ons balkon. We keken uit op een  Sulla, een stroomversnelling in de Surinamerivier.

Snel kleedde we ons om, om een duik te nemen in de Sulla. Kucksi leerde ons hoe we door de stroming heen konden zwemmen. ’s Avonds kwamen de kinderen uit het dorp naar ons toe om onze haren te vlechten. Binnen no time zaten onze hoofden vol met vlechtjes. Hierna hebben we met de kinderen gespeeld en gedanst. We leerden ze de hokiepokie en in de maneschijn.

De volgende dag maakte we kennis met een aantal andere dorpsgenoten. We brachten de voetenzalf naar Alici. Het was erg bijzonder om haar te ontmoeten. Ze was heel dankbaar voor de zalf en wij waren dankbaar iets voor haar te kunnen betekenen. Het contrast met Nederland kon niet groter zijn. De mensen in Gunsi leven in zelfgemaakte hutjes, er is geen stromend water en elektriciteit is soms aanwezig. De bewoners doen hun was en afwas in de rivier, evenals baden. Voor een groot deel zijn ze zelfvoorzienend door hun kostgrondjes. Hierop verbouwen ze allerlei gewassen, zoals: pinda’s, rijst, cassave, taaierblad, bitterblad (bittawiri), gember, mais, peper, suikerriet, bananen, ananas, kapucijners en oker   Na ons bezoek aan Alici mochten we met Esmee mee naar haar kostgrondje. Om hier te komen moesten we een stukje door de jungle. Ik heb nog nooit zulke mooie natuur gezien. De bladeren aan sommige bomen waren groter dan ikzelf. Samen met Esmee hebben pinda’s gepoot. Ook hebben we maripa’s uit de bomen geschud en geraapt. Maripa’s zijn kleine oranje tropische vruchten. Ze groeien aan hoge stekelachtige bomen, die op palmen lijken. Van de maripa’s maken de bewoners in Gunsi olie. We verzamelde de maripa’s in grote manden, deze droegen we op ons hoofd terug naar het dorp.
Toen we terug kwamen op Tei Wei was het tijd voor de lunch. Kucksi leerde ons een heuse Surinaamse maaltijd te bereiden. Pindarisi met bitterblad en vis stond op het menu. De vis (onder andere piranha’s) had Kucksi nog diezelfde ochtend gevangen in de rivier.

’s Middags was de finale van de Champions League, Real Madrid tegen Atletico Madrid. We werden uitgenodigd om dit in het dorp te komen kijken. Niet te geloven dat er in het dorpshuis gewoon een flat screen aanwezig was. Met allerlei draadjes richting een schotel en elektriciteit opgewekt via benzine werd de uitzending draaiende gehouden. Alle jongentjes en mannen uit het dorp zaten op een rijtje op een lange, zelfgemaakte bank naar het beeldscherm te staren en ineen te krimpen bij de nederlaag van Atletico.

De volgende dag was het tijd voor een real life voetbalwedstrijd. Samen met een aantal mannen uit het dorp, Kucksi en Osiera, het zusje van Kucksi namen we de boot naar het nabijgelegen dorp Kajapati. De hele middag werd hier gevoetbald. Eerst de jongens, later de mannen en tot slot speelde de vrouwen slagbal. Langs de kant stond een grote speaker (wederom aangedreven door benzine), waar Surinaamse muziek uit galmde. Er werd gedanst en gefeest. De dorpsbewoners van Kajapati waren wel verbaast 3 blonde bakra’s (blanken) te zien. Zeker toen wij het ook op een dansen zetten trokken we veel bekijks. Op een gegeven moment stond er een hele kring van kindjes om ons heen.

’S Avonds, terug in Gunsi kregen we een heus afscheidsconcert van Kucksi en zijn vrienden. Ze zongen en speelde op trommels. Jola, een Nederlandse vrouw, die sinds een half jaar op Gusi woonde danste op de muziek en wij volgden.

Maandagochtend bracht Wally ons terug naar Paramaribo. We werden uitgezwaaid door een hele boel dorpsgenoten en het voelde alsof we afscheid moeste nemen van familieleden. Zo dicht hadden de bewoners ons toegelaten tot de gemeenschap in Gunsi.  

2 Reacties

  1. Marette:
    10 juni 2016
    Het lijkt een sprookje met 3 feeen
    Wat een geweldige ervaring voor jullie. Dit neem je mee in je leven
  2. Martin:
    10 juni 2016
    Nou Lorien : schitterende ervaring en zeer goed en beeldend beschreven zeg. Mijn complimenten. Met het fotografisch talent van Lot vorm je een gouden duo. Ik voorspel een nieuwe toekomst in de journalistiek. Lot &Lien uw reporters uit Su/Bagdad/Senegal/NewYork/Dubai...whatever...Liefs uit NL