De laatste loodjes

21 juni 2016 - Galibi, Suriname

Nog maar een paar dagen te gaan in dit prachtige land! Aankomende donderdag vliegen de meiden en ik terug naar Nederland. 

Vorige week hebben Lot en ik afscheid genomen op stage. De behandelingen kregen een wat meer speelse invulling en de kinderen mochten allemaal een koekje, althans degene die een koekje kúnnen eten (sommige kinderen hebben slikproblemen). Iedere week krijgen de kinderen aan het einde van de behandeling een sticker als beloning voor hun inzet. De meeste stickerkaarten waren inmiddels aardig volgespaard en konden met trots mee naar huis worden genomen. Vrijdag was onze officiële laatste stagedag. We knuffelde de kinderen en zelfs het schoolhoofd kwam naar ons toe voor een Sarang brassa (Surinaamse knuffel). We bedankte Mereal voor haar begeleiding en gaven ook haar een brassa. Bij vertrek hadden Lot en ik moeite om onze tranen binnen te houden. De kindjes bleven maar naar ons toe komen voor een laatste knuffel en met een brok in ons keel lieten we ze achter. Wat een fijne tijd hebben we hier gehad!

Bij thuiskomst pakte we onze tassen voor onze laatste trip: Galibi!

Galibi is een Indianendorp aan de monding van de Marowijnerivier, vlakbij Frans Guyana. 

Zaterdagochtend verzamelde we bij ’t Vat (een plaatselijk restaurant/bar). Hieruit vertrokken we met een busje richting Albina. Vanuit Albina staken we de rivier over naar Frans Guyana. Frans Guyana is onderdeel van Frankrijk. Plots stonden we dus weer in Europa, terwijl we ons op Zuid-Amerikaans continent bevinden! Wat een contrast binnen zo’n korte afstand. In Frans-Guyana wordt natuurlijk Frans gesproken. Dat was wel even schakelen. Ook de straten waren veel rechter dan in Su en in de architectuur was echt de Franse stijl terug te zien. Plots reed men weer rechts, terwijl wij net gewend waren aan de auto’s die aan de linker kant van de weg scheuren. Opeens konden we weer met euros betalen i.p.v. met de Surinaamse dollar.  

Na een kort bezoek aan de lokale markt en de oude gevangenis, voeren we verder richting Galibi. 

Na ruim een uur varen, zetten we voet aan land op een prachtig strand vol palmbomen. 

De rest van de middag waren we vrij om te doen en laten wat we wilde. Als echte bakra’s kozen we er natuurlijk voor om in de zon te gaan liggen en de rivier (die al bijna zee genoemd kan worden i.v.m. de stroming, de golven en het getij) in te duiken.  Al gauw waren we wat liters zonnebrandcrème en buikspieren van het lachen verder. 

’s avonds hingen we onze hangmatten op en sliepen we een aantal uurtjes in de buitenlucht. Om 1uur ’s nachts zouden we met de boot vertrekken richting de Franse kant om schildpadden te spotten. Mijn persoonlijke wekker (lees Charlotte) stond om 10 voor 1 naast mijn hangmat om me zachtjes te wekken. We maakte ons klaar voor de tocht en gingen vol goede moed op pad.

Na onze minder positieve ervaring op Matapica hoopten we nu toch wel erg op een glimp van een schildpad. Het geluk was dit keer met ons, want al gelijk bij het aan land gaan zagen we een reusachtige schildpad: een lederschildpad! Ze was bezig met het dichten van haar nest. Het was zo bijzonder om dit dier van zo’n 150 jaar oud en ter grootte van mijzelf zich te zien ontfermen over haar eieren. Met haar flippers stampte ze al het zand netjes aan om haar nest van zo’n meter diep netjes te dichten. Terwijl we dit proces bewonderde kwam er nog een lederschildpad aan land. Ook zij zocht een plekje om haar nest te kunnen maken. Als klap op de vuurpijl spotte onze gids nog een derde lederschildpad een aantal meters verder op het strand. We liepen in haar richting en konden bewonderen hoe zij haar eieren legde. Zachtjes namen we plaats in het zand en keken toe. Na een tijdje keerde we voldaan weer terug naar Galibi om ons dutje te herpakken.

De volgende dag gaf onze gids (die zelf in Galibi woont) ons een rondleiding door het dorp. In een schattig winkeltje vol met de mooiste spullen die door de lokale bevolking worden gemaakt en echt doen denken aan Indianen, kochten we armbandjes. Ook bezochten we de kerk, polikliniek en de school, die allen in de openlucht zijn gebouwd. Vervolgens maakte we nog een kleine strandwandeling om tot slot weer neer te dalen op onze strandlakens voor het opdoen van een lekker kleurtje. Rond tweeën keerden we terug naar Albina van waaruit we weer koers zetten richting Paramaribo. Dat was het dan, onze laatste trip in Su. Met pijn in ons hart nemen we afscheid van het mooie binnenland. Nooit eerder heb ik zulke prachtige natuur gezien! Nooit eerder heb ik zoveel mogen proeven van verschillende culturen. Wat een bijzondere ervaringen allemaal.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s